Ondanks het toenemend antisemitisme in de VS, ook op de campussen in Noord-Amerika, werkt de universiteit Berkeley Law mee aan het discrimineren van de Joden en houdt zij bewust vast aan protocollen die alle ruimte laten aan antisemitische uitingen. Dit rechtvaardigt de vraag hoe zoiets in vredesnaam mogelijk is op een rechtenfaculteit. De wortel van deze eigenaardige en discriminerende werkwijze ligt bij de opening van het nieuwe collegejaar 2022/2023.
In augustus 2022 kwamen een negental studentengroepen tot het besluit om geen sprekers uit te nodigen uit Israël en eveneens geen zionisten toe te laten om te spreken op hun faculteit.De Joodse gemeenschap verbaasde zich over deze eigenaardige beslissing. Als reactie hierop publiceerde de decaan van Berkely een opiniestuk in de universiteitskrant. In desbetreffend artikel typeert hij een kwestie van vrijheid van meningsuiting, waarbij hij zich tevens beroept op het eerst amendement en het onjuist toepassen van de statuten van de studentenverenigingen.
Opvallend is echter dat de decaan over het hoofd ziet dat het hier draait om het discrimineren van bevolkingsgroepen, maar om het verbod om bepaalde sprekers uit te nodigen. Interessant en van belang is dan ook de vraag wat er staat in desbetreffende statuten. Daar staat als volgt: ‘In het belang van de bescherming van de veiligheid en het welzijn van Palestijnse studenten op de campus, zal [studentengroep] geen sprekers uitnodigen die hun mening hebben geuit en blijven houden of evenementen organiseren, sponsoren of promoten ter ondersteuning van het zionisme, de apartheidsstaat Israël en de bezetting van Palestina.’ Kortom, in verhullende en mooie woorden stemt de faculteit rechten aan de Berkeley universiteit ermee in akkoord te gaan met een anti-Israëlisch en een antisemitisch beleid. Want via een omweg probeert de faculteit met termen als ‘opvattingen’ en ‘sprekers’ de aandacht af te leiden dat er sprake is van discriminatie.
Het mag duidelijk zijn dat de inhoud van de statuten juridisch aan alle kanten rammelt. Waarom? Een voorbeeld ter illustratie. Laten wij zeggen dat er een debat georganiseerd is over klimaatverandering of archeologische vondsten in het Midden-Oosten. Dit betekent dat, volgens de statuten, een studentenvereniging geen Israëliër mag uitnodigen als spreker of een Europeaan die een zionistische visie aanhangt. Kortom, Israëli’s en zionisten zijn niet welkom, ongeacht het thema van desbetreffend congres, debatavond of studiedag. Maar ook omdat desbetreffend persoon gelooft dat Joden of het Joodse volk recht heeft op zelfbeschikking.
Daarbij suggereert de decaan dat deze vorm van discriminatie onbedoeld het gevolg is van de statuten. Maar laat u niet misleiden, want discriminatie is juist het doel van deze statuten. Want de kern van de verordening heeft juist als doel: Jodenhaat. In het verlengde hiervan is de opzet en achterliggende gedachte om Joodse studenten uit te sluiten, te isoleren en weg te jagen. Ofwel, hoe iedereen het went of keert; de rechtenfaculteit van Berkeley maakt zonder meer duidelijk dat zionisten, Israëlieten en gelijkgestemden hun etnische identiteit en nationaliteit moeten
verbergen. Zo niet, dan zijn zij niet welkom en annuleert de faculteit hun eventuele uitnodiging.
Maar wat als de statuten waren gericht op, bijvoorbeeld een andere bevolkingsgroep, een politieke stroming of op basis van seksualiteit? Dan luidde de tekst van de statuten als volgt: ‘opvattingen ter ondersteuning van homoseksualiteit’ of als ‘opvattingen ter ondersteuning van linkse politieke opvattingen’. Zeer waarschijnlijk zouden velen hun afkeer uiten op deze vorm van discriminatie. Eveneens zou de rechtenfaculteit en de decaan van universiteit van Berkeley heel snel stappen ondernemen om dit soort zaken tegen te houden, zoals zou moeten.
Wat betreft het eerste amendement wijst de decaan van de universiteit van Berkeley dat de rechtenfaculteit de studentengroepen niet kan dwingen om hun mening te herzien waarin zij zich niet kunnen vinden. Een logische gedachtegang. Enkele voorbeelden ter illustratie: een organisatie die zich verzet tegen particulier wapenbezit kan men niet dwingen om toespraken te houden ten behoeve van het dragen van wapen door particulieren. Evenzo kan niemand van een pro-life organisatie eisen dat zij een toespraak promoten en/of houden ter ondersteuning van het aborteren van ongeboren kinderen. Alleen de decaan ziet (on)bewust een belangrijk en wezenlijk aspect over het hoofd. Het betreft hier het gebruik van overheidsgeld ter financiering om bepaalde groepen mensen binnen de maatschappij uit te sluiten. Iets wat bij de federale wet niet mag.
Behalve dat vandaag de dag universiteiten zeer gevoelig zijn om beschuldigd te worden van beschuldigingen, is het sowieso goed als noodzakelijk dat de Joodse (academische) gemeenschap bij elkaar komt om een actieplan op te zetten en stappen onderneemt tegen de rechtenfaculteit van de universiteit van Berkeley. Het is hun taak en verantwoording om een leefomgeving en klimaat te creëren die vrij is van iedere vorm van discriminatie en om alle studenten toegang te geven tot het gebruik van schoolmiddelen en het bijwonen van allerlei studieprogramma’s.
In ieder geval laat de universiteit van Berkeley zien dat inzake het bestrijden van antisemitisme en Jodenhaat op de campus en binnen de universiteit zij zonder meer een dikke onvoldoende behaalt.
Je kunt geen reactie geven op dit bericht.
Recente reacties